Ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van Enschede in 2025 ben ik, samen met Arris Roordink, in opdracht van Metropool in de geschiedenis van de Enschedese popmuziek gedoken. In een serie podcasts interviewen we artiesten, organisatoren en bezoekers over onze lokale muziekscene. In de eerste aflevering spraken we met jazzpianist Jasper van 't Hof en Willem Harbers van Jazzpodium de Tor. Hun verhalen bieden een fascinerend inzicht in de rijke jazzgeschiedenis van Enschede, de invloed van belangrijke muziekpodia en de muzikale evolutie van de stad.
De oorsprong van jazz in Enschede
Jazz kreeg in Enschede al vroeg voet aan de grond, mede door de bruisende bigbandcultuur waarin ook Jasper van 't Hof opgroeide. Zijn vader was in de jaren ’50 een actieve jazztrompettist en eventorganisator bij textielfabriek De Bamshoeve. Via zijn netwerk kreeg hij toegang tot uniek bladmuziekmateriaal uit Amerika, onder andere dankzij contacten met Canadese en Amerikaanse bevrijders die hun eigen militaire orkesten hadden. Hierdoor konden arrangementen van bijvoorbeeld Duke Ellington in Enschede belanden, wat een zeldzame kans bood om nieuw repertoire te ontdekken. Dit stimuleerde de muzikale ontwikkeling van lokale talenten en legde de basis voor de jazzscene waarin Van 't Hof opgroeide.
Jasper van 't Hof werd geboren in Enschede als zoon van een jazztrompettist en een klassiek geschoolde zangeres. Op vijfjarige leeftijd begon hij met pianolessen bij niemand minder dan Harry Bannink. Tijdens zijn schooljaren speelde hij in jazzgroepen en schreef hij op 14-jarige leeftijd zijn eerste composities. Op 19-jarige leeftijd trad hij op met drummer Pierre Courbois op jazzfestivals en sloot hij zich in 1969 aan bij Courbois’ Europese jazzrockgroep Association P.C., samen met de Duitse gitarist Toto Blanke en bassisten Sigi Busch of Peter Krijnen.
Hoewel Enschede een levendige jazzscene kende, bleef de uitwisseling met het nabijgelegen Gronau in de jaren ’60 beperkt. De invloed van Duitse jazzmusici en podia was nauwelijks merkbaar, waardoor de Enschedese jazzcultuur zich relatief zelfstandig ontwikkelde. Dit resulteerde in een scene vol getalenteerde musici, maar zonder een uitgesproken "Enschedese sound"
Iconische podia: Van Schouwburg Irene tot De Tor
Enschede kende door de jaren heen verschillende podia waar jazz een podium kreeg. Schouwburg Irene en Dommert in Dolphia waren in de (na)oorlogse jaren populaire locaties voor optredens. Daarnaast bood Concordia in de kelder ruimte voor jazzsessies, en was Oval een begrip voor oudere generaties.
Een kantelpunt kwam met de oprichting van Jazzpodium de Tor in 1970. De Tor (Totale Oecumenische Revolutie), aanvankelijk een initiatief vanuit een samenwerking van verschillende kerken, ontstond omdat hun jongeren behoefte hadden aan een plek om samen te komen. Deze oecumenische samenwerking groeide uit tot een toonaangevende jazzclub in Nederland. Wat De Tor uniek maakt, is de lange legacy en in retrospect misschien ook wel het feit dat ze in een vrij vroeg stadium in de gelegenheid waren een pand te kopen. Dit heeft bijgedragen aan het stabiliteit van het podium: terwijl veel andere culturele podia in de binnenstad moesten sluiten door veranderende huurprijzen, kon De Tor blijven bestaan.
Programmeur Peter Huids, die tevens tourmanager was van diverse Amerikaanse jazzgrootheden, wist door zijn netwerk in de begintijd van de Tor grote namen naar Enschede te halen, waaronder Chet Baker, Teddy Edwards, Dizzy Gillespie, Benny Bailey en Jimmy Scott. Dankzij deze connecties kreeg De Tor een goede reputatie en werd het een vaste plek voor grote jazznamen. Uit de Tor ontstond veel later ook poppodium Atak, dat zich meer richtte op een breder podium voor verschillende muziekstijlen (maar daarover in een andere aflevering meer).
De beleving van muziek in de jaren ’60
In de jaren ’60 werd muziek een verbindende factor in Enschede. Het kopen van platen was een dure aangelegenheid (een album kostte al gauw 22 gulden), wat betekende dat men vaak spaarde voordat er iets werd gekocht en samenkwam om gezamenlijk naar muziek te luisteren. Een bekende platenzaak in die tijd was Démoed, waar muziekliefhebbers elkaar ontmoetten en de nieuwste jazzplaten ontdekten. Omdat bladmuziek moeilijk te verkrijgen was, was onderlinge uitwisseling een belangrijke voorwaarde om vooruit te komen. Muzikanten luisterden samen naar platen, schreven akkoorden uit en leerden op die manier nieuwe stukken spelen. Dit samen luisteren in een huiselijke setting is iets wat voor veel millennials (zoals ikzelf, en jonger) niet meer vanzelfsprekend is. Door de toegankelijkheid van streamingdiensten kunnen we nu overal muziek vinden, maar dit heeft ook invloed gehad op sociale cohesie; de uitwisseling van muziek gebeurt nu veel meer online en via playlists.
Jazz werd in de jaren 60 door velen als "kale kak" gezien, een elitaire muziekstijl die zich niet direct richtte op de arbeidersklasse. In diezelfde periode kreeg rock & roll een enorme opmars, met iconen als Elvis Presley en Bill Haley die de jeugd wisten te begeesteren. Rock & roll was directer en eenvoudiger, vooral in een textielstad als Enschede, waar het ritme van de fabrieken en het harde werken een belangrijke rol speelden in het dagelijks leven. Enschedese jongeren trokken massaal naar de beat- en rockscene, waar bands als The Baffoons uitgroeiden tot lokale helden. The Baffoons, een van de meest succesvolle bands uit de Twentse beatperiode. Zij werden door Jasper van 't Hof in het gesprek alom geprezen voor hun impact op de muziekcultuur van de stad.
Hoewel jazz in Enschede een door mannen gedomineerde wereld was, waren er enkele vrouwen actief. Martha Haverman was een sleutelfiguur in de oprichting van De Tor. Daarnaast was Helen Gaasbeek, samen met haar man Fred Gaasbeek, actief in de Enschedese muziekscene. Fred Gaasbeek, was bekend als pianist onder de naam Freddy Golden. De rol van vrouwen in de jazz was destijds minimaal, en deze twee namen zijn de enige die in dit verhaal opvielen.
De veranderende jazzscene en de toekomst
Enschede speelde een cruciale rol in zowel de vroege jazzontwikkeling als in de muzikale vorming van Jasper van 't Hof, die uitgroeide tot een invloedrijke en vernieuwende figuur in de jazzwereld*. Waar jazz in de jaren ’50 en ’60 nog als een elitaire muziekstijl werd beschouwd, veranderde dit in de loop der decennia. Tegenwoordig zijn jazz en pop steeds meer verweven, mede door cross-over invloeden uit o.a. hiphop en elektronische muziek. Dit past goed bij de tijdsgeest: jazz draait immers om de ontmoeting. Dit gebeurde vroeger al, en nu zien we diezelfde uitwisseling met andere genres en nieuwe geluiden.
Hoewel het muzikale landschap voortdurend evolueert, blijft De Tor een bastion van jazzcultuur in Enschede. Met nieuwe generaties muzikanten en een publiek dat openstaat voor uitwisseling tussen verschillende genres, lijkt de toekomst van jazz in de stad verzekerd. Toch heeft de Enschedese jazzscene te maken gehad met enkele tegenslagen. De jazzopleiding van het conservatorium Artez verhuisde naar Zwolle, wat een aderlating betekende voor het lokale talent en de doorstroom van jonge jazzmuzikanten. Daarnaast kende de Universiteit Twente in het verleden een actief jazzpodium, Jazzpodium Drienerlo (nu bekend als de Agora-zaal in de Vrijhof), dat jarenlang een rol speelde in de lokale scene. Dit soort initiatieven zorgden ervoor dat jazz ook buiten de bekende clubs om bleef bloeien.
Zoals Jasper van 't Hof zelf zei: "Je speelt wat je graag hoort, en dat blijft altijd doorgaan." De rijke jazzgeschiedenis van Enschede is een verhaal van pioniers, diverse locaties en een voortdurend veranderende muzikale horizon. En met een podium zoals De Tor, blijft de stad zijn muzikale erfgoed in de jazz gelukkig levend houden.
*Jasper van 't Hof zijn carrière nam een vlucht met projecten als Piano Conclave, waarin hij samenspeelde met jazzgrootheden als George Gruntz, Joachim Kühn, Wolfgang Dauner en Keith Jarrett. In 1974 richtte hij de groep Pork Pie op, met Philip Catherine (gitaar), Charlie Mariano (saxofoon), Aldo Romano (drums) en Jean-François Jenny Clark (contrabas). Daarna volgden bands als Eyeball (met saxofonist Bob Malach en violist Zbigniew Seifert) en Face To Face (met bassist Bo Stief en saxofonist Ernie Watts).
In 1984 startte Van 't Hof de groep Pili Pili, waarin hij Europese jazz combineerde met Afrikaanse invloeden. Met muzikanten als de Beninse zangeres Angélique Kidjo en de Nederlandse trompettist Eric Vloeimans bracht hij een unieke sound tot leven.
Wil je trouwens mijn updates ontvangen straight in je mailbox? Schrijf je dan in voor Van mail.